Wetenschap en politiek (2)

Deel 2: Zelfreflectie

 

Door wetenschappers op hoge posities en journalisten met groot bereik is veel aandacht gevraagd voor de harde manier waarop het bredere publiek kritiek uitte richting experts die betrokken waren bij het coronabeleid. Zij refereren onder andere aan de heftige berichten die werden gestuurd op sociale media naar OMT leden, en definiëren het probleem vaak als een domme minderheid van de bevolking die weigert om de wetenschappelijke feiten te accepteren en kiest om experts te beledigen en bedreigen. Laat ik voorop stellen dat ik het met hen eens ben dat het bedreigen van de veiligheid van een persoon nooit terecht is. Maar daarna wil ik stellen dat zij de plank aardig mis slaan. Ik vrees dat hun onbegrip richting de boze menigte hun ogen heeft gesloten voor wat echt fout ging in de wetenschap.

 

Maak onderscheid tussen wetenschap en politiek

Niemand moet worden aangevallen voor het doen van wetenschap. Maar OMT leden en andere experts kregen in de coronacrisis niet te maken met hard tegengeluid omdat ze een experiment deden in een laboratorium. Ze kregen boze reacties omdat ze zich uitspraken voor een ingrijpend politiek beleid waar een deel van de bevolking het mee oneens was. Laat ik dan opnieuw benoemen dat bedreigingen hier niet goed te praten zijn. Maar wanneer je uitdrukkingen doet in de publieke sfeer, die politiek van aard zijn en nadelige consequenties hebben voor de levens van andere mensen, dan kan het wel zijn dat je te maken krijgt met harde tegenspraak. En nee, zo lang het geen directe bedreiging is hoeft die tegenspraak niet netjes geformuleerd te zijn. Dat is ook onderdeel van vrijheid van meningsuiting in een democratische rechtsstaat. Hoe naar ik het soms ook vind om het te lezen*.

Boze berichten aan publieke figuren is niets nieuws, het nieuwe probleem hier is dat wetenschappers en artsen zich als politici zijn gaan gedragen. Ze hebben zich ingezet voor een bepaald politiek beleid, en sterker nog, zij beweerde soms het brein te zijn achter dit politieke beleid. Daarmee hebben ze zich voor het karretje van de regering laten spannen, die onpopulaire beslissingen wilde doorvoeren zonder daarvoor zelf de verantwoordelijkheid te nemen. Is het dan heel verassend dat burgers hun boosheid richten op die experts in plaats van de politici? 

De oplossing is niet dat de burgers in hun vrijheid van meningsuiting moet worden beperkt om wetenschappers speciale bescherming te geven. De oplossing is om het onderscheid tussen wetenschap en politiek terug te brengen. Sowieso is het goed om te blijven herhalen dat de wetenschappelijke methode wanneer het volledig perfect wordt toegepast hooguit in staat is om ons te vertellen wat waar is, maar geen enkel inzicht geeft in wat belangrijk is. Het afwegen van verschillende waarden en belangen – wat wel degelijk is gebeurd in het coronabeleid – blijft altijd het domein van de politiek. Wetenschappers die zich daar in willen mengen mogen dat vrijuit doen, maar op dat moment spreken zij niet ‘namens de wetenschap’ maar als individuele politici of activisten. En dan mogen de burgers hen aanspreken op het beleid wat ze ondersteunen. Zij verdienen dan zeker dezelfde bescherming tegen bedreigingen als politici, maar geen speciale bescherming omdat ze ook wetenschapper zijn.

 

Bescherm wetenschappers juist tegen interne druk

Terwijl door vele wordt gevraagd om speciale bescherming voor wetenschapper-politici zo dat zij niet onder druk worden gezet door de boze buitenwereld, wordt over hoofd gezien dat er andere mensen zijn die wel speciale bescherming nodig hebben: wetenschappers met kritiek op het meerderheidsstandpunt. Zij kregen tijdens de coronacrisis ook vaak te maken met boze en nare reacties vanuit het publiek*, maar daar gaat het hier niet om. Want ook zij wisten dat ze zich mengde in een politieke discussie, met de consequenties die daar bij horen. Echter deze wetenschappers kregen ook te maken met bedreigingen van een hele andere soort, namelijk van directe collega’s en leidinggevenden. Tegen dit soort druk dienen wetenschappers op zoek naar de waarheid wel degelijk beschermd te worden.

Of het ging over analyses die de effectiviteit van coronamaatreglen in twijfel trokken, vragen over de veiligheid van mRNA vaccinaties, of kritiek op de stelling dat groepsimmuniteit tegen SARS-CoV-2 kon worden bereikt door vaccinatie, kritische artsen en wetenschappers – zelfs wanneer zij met nuance en vanuit evidente expertise spraken – werden binnen hun vakgroepen niet zelden geïntimideerd. Er zijn zelfs gevallen van wetenschappers en artsen die met ontslag werden bedreigd door een leidinggevende of instantie die macht over hen had. Ik heb geen enkele twijfel dat dit de kwaliteit van de wetenschap en de publieke discussie tijdens de pandemie nadelig heeft beïnvloed. Om nog niet te spreken van de carrières van (jonge) onderzoekers die mogelijk lijden vanwege hun keuze om zich toch uit te spreken. 

Nu we bezig zijn met de 'nabeschouwing' van de pandemie zou het goed zijn als mensen op hoge posities in de wetenschappelijke wereld en instanties als de KNAW, die eerder gefaald hebben in hun verantwoordelijkheid om deze kritische wetenschappers te beschermen, hier een duidelijk standpunt over zouden innemen.

 

Bovenstaande stellingen zijn niet direct bedoeld als harde kritiek op specifieke personen. Zoals bij alle crisissen in de geschiedenis zullen er weinig mensen zijn die in de coronapandemie alles goed hebben gedaan, en onder die noemer reken ik mijzelf (voor de kleine rol die ik heb gespeeld) absoluut mee. Maar het is wel broodnodige zelfreflectie voor de wetenschappelijke wereld, waar collega’s de neiging hebben elkaar onvoorwaardelijk te steunen en experts vaak een grote afstand hebben tot de Nederlandse burgers die echt getroffen zijn door het beleid.


——-

* Voor lezers die het in de coronadiscussie met mij oneens zijn is het misschien makkelijk te vergeten dat ik ook wel eens narigheid zie. Grappig genoeg in mijn geval van beide kanten. Er zijn mensen die mijn uitspraken tegen vaccinatiedwang en voor betere kosten-baten analyses van de coronamaatregelen zien als het ontkennen van het bestaan van Covid-19 en vinden dat ik daarvoor mijn baan en mijn BIG-registratie moet verliezen. Maar er zijn ook mensen die mijn samenwerking met bepaalde (oud-)politici zien als bewijs dat ik onderdeel ben van het wereldwijde complot. Ik wordt uiteraard ongelukkig van die narigheid, maar ik zie het als gevolg van mijn eigen, vrijwillige keuze om mij (als activist) te mengen in de politieke discussie rondom het coronabeleid.

Previous
Previous

We moeten weer leren om het met elkaar oneens te zijn

Next
Next

Over de media en de macht